De Gentse Meeuw Een recenter ras dat in 1950 in het Gentse gefokt werd en officieel erkend werd sinds 1960, geselecteerd uit Vlaanderse Smierels met als verschil dat dit ras volledig wit is. Ze hebben een jabot langs beide kanten en steeds een puntkap. Alleen de witte kleurslag is aangenomen. Groep: meeuwduiven. Ringmaat: 8 mm. |
De Antwerpse Smierel Dit ras kwam eind van de 18de en begin de 19de eeuw hoofdzakelijk in het Antwerpse voor. Voor het ontstaan van de Belgische reisduiven werd dit ras over korte afstanden ook als vliegduif gebruikt. Het grootste meeuwduivenras met een jabot (rijtje opstaande veertjes) op de borst en een gekleurd vleugelschild. Onderscheid zich van de Vlaanderse Smierel met zijn grootte en gewicht en het ontbreken van de puntkap. Het is een zeldzaam ras. Erkende kleurslagen: ongeband in zwart, dun, rood, geel, bruin, blauw, zilver, geband in blauw, blauwzilver, roodzilver, geelzilver, bruinzilver, gekrast in blauw, blauwzilver, roodzilver, geelzilver, bruinzilver, witgeband in zwart, blauw, bruin, rood, geel, gezoomd in zwart, blauw, rood, geel, bruin. Groep: meeuwduiven. Ringmaat: 9 mm. *Op de tweede foto ziet u de Vlaanderse Smierel. |
Bovenstaande rassen zijn slechts een beperkte selectie, voor een complete lijst van alle erkende Belgische rassen verwijzen we u graag naar de website van de landsbond van fokkers van neerhofdieren.